Het in 2007 gestarte project ‘Meerjarenplan uiergezondheid op geitenmelkbedrijven 2007-2011’ is in 2011 afgerond. Het onderzoek heeft veel inzicht opgeleverd in de uiergezondheid bij geiten, de relatie met het celgetal in geitenmelk en de economische impact voor een melkgeitenbedrijf. Staphylococcus aureus blijkt bij melkgeiten verreweg de belangrijkste mastitisverwekker te zijn en heeft dus grote invloed op de uiergezondheid. Het identificeren van geïnfecteerde dieren in een koppel is mogelijk door een combinatie van celgetalonderzoek en bacteriologisch onderzoek, maar vraagt wel de nodige kennis om de uitslagen te interpreteren.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat dieren met een laaghangende uier (lager dan de hakken), dieren met ruwe vereelting van de speenpunt, oudere dieren, dieren in het einde van de laktatie en dieren die weinig melk gaven vaker geïnfecteerd zijn met S. aureus. De economische schade van S. aureus-mastitis bestaat voornamelijk uit gemiste melk(productie)opbrengsten van geiten die doodgaan als de aandoening klinisch wordt. Verminderde melkproductie als gevolg van subklinische infecties levert minder economische schade op, maar de aandoening kan bij deze dieren klinisch worden en er kan overdracht plaatsvinden naar koppelgenoten.
Via publicaties in de vakpers en inleidingen voor geitenhouders zijn de resultaten van het onderzoek naar buiten gebracht. De aanbevelingen voor de praktijk zullen medio 2012 in een uiergezondheidswijzer voor melkgeitenbedrijven worden opgenomen.