De melkgeitensector is een jonge, ambitieuze sector, die streeft naar een toekomstbestendige en verantwoorde manier van voedselproductie. Een sector die proactief een belangrijk maatschappelijk thema, zoals duurzaamheid oppakt. De melkgeitensector laat hiermee zien dat ze toekomstgericht wil ondernemen en openstaan voor vragen en geluiden vanuit de maatschappij. Een sector die wordt gewaardeerd en waar met respect wordt omgegaan met mens en dier.
Verduurzaming kan individuele ondernemers ook economisch voordeel opleveren, zowel op de korte- als lange termijn en er wordt ingespeeld op vragen vanuit de markt. Dit draagt bij aan een goed inkomen en werkplezier.In 2015 is door Han Swinkels en Marianne Karstens, met input van de melkgeitensector, de Uitvoeringsagenda Duurzame Geitenzuivelketen (DGZK) opgesteld. Het initiatief om met de uitvoeringsagenda aan de slag te gaan is genomen door het Platform Melkgeitenhouderij.
De duurzaamheidsagenda bevat veel onderwerpen. Na een inventarisatieronde begin 2016 door de programmaleider van de DGZK onder de NGZO, de LTO vakgroep en een aantal geitenhouders is hier prioritering in aangebracht. De DGZK richt zich daarmee op de volgende 3 thema’s:
Om verdere sturing te geven aan de DGZK en uitwerking van de thema’s is de Stuurgroep DGZK opgericht. De stuurgroep bestaat uit de leden van het Platform Melkgeiten, met aanvulling van enkele geitenhouders en NGZO leden. De stuurgroep heeft de thema’s verder uitgesplitst. Daarnaast heeft de stuurgroep besloten dat voor ieder thema een werkgroep aangesteld moet worden, om het thema verder uit te werken. De stuurgroep DGZK laat zich inhoudelijk bijstaan door de Adviesraad DGZK.
In 2018 is de DGZK voor het eerst als programma operationeel geweest voor de NGZO-leden en voor bij hen aangesloten geitenhouders beschikbaar. Het programma is opgebouwd uit verschillende modules, die corresponderen met de thema’s. Per onderdeel kunnen geitenhouders punten scoren. Ruim een jaar na de start van het programma DGZK heeft 65% van de Nederlandse geitenhouders op vrijwillige basis deelgenomen aan het programma. In 2019 was dat 81%, in 2020 87% en in 2021 92% van de melkgeitenhouders.